Het Italiaanse Risorgimento: over Giuseppe Garibaldi en de zoeaven

In 1840 gaf de Britse schrijver Thomas Carlyle een serie lezingen in Londen die zouden worden gepubliceerd onder de titel ‘On Heroes, Hero-Worship and the Heroic in History’. De lezingen waren een sensationeel succes – het uitgangspubliek en de hogere klassen verdrongen elkaar voor een kaartje – en het boek werd in een mum van tijd een bestseller. Een van de Grote Mannen die Carlyle onder de loep nam was de ‘vader van Italië’, Giuseppe Garibaldi.


In zijn lezingen betreurde Carlyle het scepticisme van zijn tijd dat ‘het bestaan en de wenselijkheid van Grote Mannen ontkent’, en zette hij zijn theorie uiteen dat elke ‘vooruitgang die de mensheid heeft geboekt te danken was aan zijn speciale individuen die bovenmatig begiftigd waren in geest en karakter, die de Voorzienigheid in bevoorrechte tijden tussen de mensen deed opstaan’, dat ‘de geschiedenis van de wereld niet meer is dan een levensbeschrijving van Grote Mannen’. Elk van zijn lezingen ging over één dergelijke figuur. Collectief vormden zij een beeld van de complete held, een man (het zijn allemaal mannen) met een ‘diepe, eenvoudige, ernstige geest’, zalig vrij van mondainheid, dermate onwelsprekend dat je bijna van stomheid zou kunnen spreken, gedreven door een hartstochtelijke overtuiging. Garibaldi werd gezien als de vrijwel volmaakte personificatie van dat ideaal. Garibaldi opereerde in een complex tijdsgewricht.


1796-1848: nadenken over een Italiaanse staat

1796 – De Franse, revolutionair-republikeinse legers droegen de geest van de Franse Revolutie uit en liberale ideeën van nationale eenheid (het ‘Risorgimento’) verspreidden zich over heel Italië, een schiereiland dat in die periode over verschillende staten verdeeld was. 

1815 – Als een (volgens Metternich) “louter geografisch gegeven” werd Italië tijdens het Congres van Wenen onder Oostenrijkse invloed geplaatst. De Bourbons bestegen opnieuw de troon van het koninkrijk Napels en de Twee Siciliën. Savoye recupereerde de Sardische staten.  De ideeën van vrijheid en eenheid bleven echter voortleven. In de jaren 1820 en 1830 braken talrijke opstanden uit die evenwel alle worden onderdrukt. In het revolutiejaar 1848 braken opnieuw onlusten uit en de meeste gekroonde hoofden, met inbegrip van de paus, legden zich daarom bij liberale grondwetten neer. De koning van Savoye, Karel-Albert, wilde hierop inspelen door een nationale bevrijdingsoorlog te lanceren, waarbij de Italianen zichzelf zouden bevrijden (“Italia fara da se”). Hij werd echter bij Custoza en Novara door de Oostenrijkse legers onder leiding van maarschalk Radetzky verslagen. De Fransen maakten een einde aan de kortstondige Romeinse republiek: de opstandelingen verloren, maar hun leider Garibaldi werd een nationale held. De oude orde werd overal hersteld.


1849-1861 : Italië zonder Rome

Victor-Emmanuel II volgde zijn vader Karel-Albert als koning van Piëmont-Sardinië op. Zijn eerste minister, de liberale Graaf Cavour, sloot het akkoord van Plombières met de Franse keizer Napoleon III: in ruil voor Savoye en Nice ging Frankrijk Piëmont-Sardinië steunen in geval van oorlog met Oostenrijk. In 1859 versloegen de Fransen de Oostenrijkers bij Magenta en Solferino, maar trokken zich daarna uit de strijd terug. Piëmont-Sardinië verkreeg Lombardije maar wist daarna via volksstemmingen ook Centraal-Italië (de Marken en Umbrië) aan zich te binden. Sicilië en Zuid-Italië werden bevrijd door Garibaldi en zijn vrijwilligersleger dat oorspronkelijk slechts duizend man telde (“de duizend”). Wanneer Piëmont-Sardinië een leger naar Napels  zond, droeg Garibaldi de macht over aan Victor-Emmanuel II die op 17 maart 1861 tot koning van Italië werd uitgeroepen. Alleen Venetië en Rome maakten dan nog geen deel van het nieuwe koninkrijk uit. Garibaldi’s populariteit kent geen grenzen. Er worden koekjes en drank naar hem genoemd, en waar hij ten tonele verschijnt, vallen de bewonderaars in katzwijm.


1860-1870: de verdediging van Rome

Naarmate de Italiaanse eenmaking vorm kreeg, kwam uiteraard ook het voortbestaan van de Pauselijke Staat steeds meer in het gedrang. Het grondgebied was al flink geslonken en nu dreigde Rome ingenomen te worden door de troepen van Garibaldi! Paus Pius IX belastte de Belgische Monseigneur Xavier de Merode met de oprichting van een heus leger en lanceerde in 1860 een dramatische oproep tot de katholieke jeugd in de wereld.

Deze noodkreet viel in het katholieke België niet in dovemansoren. Honderden landgenoten meldden zich aan bij lokale rekruteringscomités en namen dienst bij de pauselijke zoeaven. Deze naam is afgeleid van een Algerijns keurkorps bij het Franse leger en ook de uniformen komen heel exotisch over. De zware stof was echter allesbehalve geschikt voor het Italiaanse klimaat. Tussen 1860 en 1870 verbleven zo'n 1.600 Belgische zoeaven in Italië. Ze kregen er een militaire opleiding en bivakkeerden in de omgeving van Rome. Samen met Franse en Nederlandse zoeaven verdedigden ze de Eeuwige Stad, al was het toch vooral de Franse militaire aanwezigheid die de vijand buiten de stadspoorten hield.

Pas in 1870 slaagden de Italianen erin ook Rome te veroveren. De Frans-Duitse oorlog was uitgebroken en Napoleon III zag zich genoodzaakt zijn troepen terug te trekken. Rome viel op 20 september 1870 en het pauselijk leger werd reeds de volgende dag ontbonden. De Belgische zoeaven verlieten spoedig de Italiaanse bodem en lieten meer dan 120 overleden strijdmakkers achter. Het merendeel was gestorven aan ziekte en ontbering…


1870-2011: epiloog

Terug in België bleven de meeste veteranen zich tot aan hun dood zoeaaf voelen. Sommigen publiceerden hun memoires of verenigden zich in lokale maatschappijen. Deze verenigingen verstevigden de Italiaanse vriendschapsbanden en ondersteunden behoeftige leden of hun nabestaanden. Menig pauselijke zoeaaf koesterde ook zijn oude uniform en trok dit geregeld aan om de laatste eer te bewijzen aan overleden wapenbroeders.

Het beeld van deze oudere mannen in hun kleurrijk tenue sprak alvast tot de verbeelding van de tijdgenoot. Allerlei liedjes en zelfs uitdrukkingen deden dan ook vlot de ronde. Dat verschillende pauselijke veteranen later als missionaris vertrokken naar Afrika maakte de ex-zoeaaf voor de bevolking zo mogelijks nog mysterieuzer.

Wanneer in de loop der jaren de laatste zoeaven uit het straatbeeld verdwenen, kwamen hun uniformen en souvenirs in verschillende musea terecht. De Historische Zaal van het Koninklijk Legermuseum wijdt verschillende vitrines aan het Italiaanse avontuur en in het Nederlandse Oudenbosch bestaat er zelfs een Zoeavenmuseum. De (buitenlandse) zoeaven zijn in Italië grotendeels vergeten en spelen in het feestjaar nauwelijks een rol. Ook in België zijn deze moderne kruisvaarders in exotisch uniform trouwens al lang uit het collectieve geheugen verdwenen.

Tot 30 september 2011 loopt in het Documentatiecentrum van het Koninklijk Legermuseum de tentoonstelling ‘1861: het Risorgimento en de Romeinse kwestie: de zoeaven zijn daar!’
Op donderdag 25 augustus 2011 wordt er tussen 12u. en 12u.50 een gratis rondleiding gegeven, in het kader van Broodje Brussel. Inschrijven op +32 2 737 79 30 (Vera Bras) of vera [dot] bras [at] klm-mra [dot] be (via e-mail). Haal hieronder een tekst op met een woordje uitleg over het Documentatiecentrum van het KLM.

Reconstrueer jij op Erfgoeddag het verhaal van de zoeaven? Hoe werden ze gezien, beoordeeld?


Leestips:
HUGHES-HALLET (Lucy), Helden. Verlossers, verraders, supermensen: een geschiedenis van heldenverering [Vertaald door Auke Leistra], Amsterdam – Antwerpen, De Arbeiderspers, 2006, p. 387 e.v.
CARLYLE (Thomas), Over Helden, Heldenvereering en Heldengeest, Amsterdam, Wereldbibliotheek, 1923, 358p. Haal de tekst van dit boek op via de website van de Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren.

Of bekijk hieronder een fragment van Luchino Visconti's 'Il Gattopardo', een prent die handelt over het machtsverval van een aristocratische familie ten tijde van Garibaldi's opmars in Sicilië. Je kunt dit fragement ook in de toegankelijke player bekijken.

Afbeeldingen:
Garibaldi in actie, als naamgever aan koekjes en elexir en de cover van een lied dat aan de zoeaven gewijd is. Let op het silhouet van de Sint-Pietersbasiliek in Rome op de achtergrond.
Lithografie: de prent van Epinal ('De staf van Garibaldi'), Italië, 19e eeuw. (c) Koninklijk Legermuseum.

 

 

Vrije tags
Helden
heldenmoed
zoeaven